Algemene Financiële Beschouwingen
Voorzitter,
Vorig jaar konden we er al een beetje op vooruitlopen maar nu kunnen we toch echt de balans opmaken van vier jaar financieel-economisch beleid van het kabinet Rutte-Asscher en van deze Minister. Ook onze fractie heeft deze minister leren kennen als een uitermate kundig en politiek vaardig minister. Maar deze competenties leiden nog niet tot goed beleid. Probleem is en blijft dat als je beleid baseert op verkeerde uitgangspunten je zelden goed uit zult komen. Wat ons betreft heeft deze minister op uitermate kundige wijze het volstrekt verkeerde beleid gevoerd. Deze complimenten gelden overigens ook voor de staatssecretaris.
Zoals niemand zal verbazen is de balans van de afgelopen vier jaar wat ons betreft dus negatief. Maar ik weet, in de politiek geldt nog meer dan in het gewone leven, gelijk kun je hebben, gelijk krijgen is vers twee. Gelukkig geven steeds meer mensen ons gelijk, tot in de denktank van een van onze nationale grootbanken aan toe. In de ronkende teksten van de troonrede en de Miljoenennota wordt daarentegen het beeld neergezet van een economie die er dankzij de zware inspanningen nu weer goed voor staat. Het was zwaar, we hebben een tocht door de woestijn gemaakt, de woorden van de Minister-President, maar nu lonkt toch echt de oase. Nederland is, zo lezen en horen wij telkens, “sterker uit de crisis gekomen”.
Mevrouw de voorzitter, onze stelling is simpel. Dit kabinet is er weliswaar in geslaagd de begroting op orde te brengen, dat wil zeggen het tekort te reduceren, die totempaal waar de bezuinigingsfetisjisten van de regeringspartijen en hun gedogers zo geestdriftig om heen zijn blijven dansen. Maar het komt mede door die fetisj dat de begroting misschien wel maar de economie nog lang niet op orde is, en de samenleving al helemaal niet. Het kabinet erkent dit ook tot op zekere hoogte. De mensen merken het nog niet, heet het dan, maar daar gaat aan gewerkt worden, al helemaal na de verkiezingen. Maar hoe zou het toch komen dat de mensen het nog niet merken? Hoe kan het dat nu dat er wel herstel is maar dat we van dat malaisegevoel nog steeds niet af zijn? Volgens mijn fractie is de verklaring eenvoudig. Het zijn de gevolgen van het kabinetsbeleid, van vier jaar Rutte-Asscher, die maken dat de malaise nog dagelijks voelbaar is, soms letterlijk aan den lijve. Veel van de gevolgen van de miljardenbezuinigingen van dit kabinet, worden nu pas goed voelbaar, en de effecten er van zullen nog jaren naijlen. De Algemene Rekenkamer heeft overigens geconstateerd dat er meer onderzoek nodig is om de precieze effecten in kaart te brengen. Wij hopen dat dit onderzoek er snel komt. In de Tweede Kamer heeft de Minister toegezegd hier werk van te maken. We verzoeken de uitkomsten ook aan deze Kamer te doen toekomen.
Voorzitter, het kabinetsbeleid rust naar eigen woorden op drie pijlers: de begroting op orde, duurzame groei en eerlijk delen. Ik zal beargumenteren dat we nu weliswaar afkoersen op een begrotingsevenwicht maar dat niet per se verstandig begrotingsbeleid is en dat de andere pijlers van onze economie zwak blijven. De groei is en blijft fragiel en de ongelijkheid neemt nog steeds toe. Ik zal nu eerst nader ingaan op het gevoerde budgettaire beleid en de effecten daarvan. Dan volgt in samenhang daarmee een tweede blok over wat een grote zwakke plek van onze economie blijft, de fragiele financiële sector, ook bezien in Europese context. In een derde blok zal ik dan nader ingaan op een ander gevolg van het gevoerde beleid, de toenemende ongelijkheid, oftewel hoe dit kabinet er niet in geslaagd is de doelstelling van eerlijk delen waar te maken.
Voorzitter, het economische onderzoeksbureau van de ING heeft laten zien dat de prijs voor de bezuinigingspolitiek hoog is geweest. Er is volgens ING 44 miljard bezuinigd voor een tekortreductie van 22 miljard. En, zo blijkt ook uit cijfers van het CPB, het gevoerde begrotingsbeleid heeft per jaar 0,7% groei per jaar gekost, meer dan 5% in totaal. Volgens berekeningen van Bas Jacobs heeft dit ongeveer 365.000 banen gekost. De Minister erkent deze cijfers. Dat is mooi, maar tot welke zelfreflectie leiden deze cijfers bij de Minister? Daar hebben wij nog weinig van gezien. De Minister blijft ook met de kennis van nu zijn keuzes van destijds, het begrotingsbeleid van dit kabinet, verdedigen. Maar zijn argumenten hierbij overtuigen niet. Hij verwijst bijvoorbeeld naar de kapitaalmarkten. Wil hij nou echt beweren dat hij als sociaaldemocratisch minister geheel aan de leiband van de financiële markten lag? Dat zou toch treurig zijn. De schuld zou onverantwoord verder oplopen volgens de Minister, maar bij meer groei neemt het schuldpercentage toch ook af? Kan de Minister daar nog eens op in gaan? Blijkt uit de analyse van ING niet gewoon dat met minder bezuinigingen en aanvankelijk een hoger tekort we door meer economische groei en meer belastingkomsten uiteindelijk hetzelfde doel hadden kunnen bereiken, namelijk een significante tekortreductie, maar zonder honderdduizenden extra werklozen? Op deze van mijn eerdere schriftelijke vragen heb ik geen antwoord gekregen. Kan hij dat misschien nog een keer uitleggen, ook aan al diegenen die volgens deze analyses onnodig hun baan hebben verloren?
Voorzitter, de begroting mag dan op orde zijn, maar daar hebben we dus een grote en onnodige prijs voor betaald. En voorzitter, wat hebben we er aan als de begroting op orde is maar in dezelfde jaren waarin dat is bereikt de langdurige werkloosheid hardnekkig hoog is gebleven en de armoede in Nederland is toegenomen? Wat hebben we er aan dat de overheid haar schuld wat naar beneden brengt als de private schulden nog zo hoog blijven en zelfs nog verder zijn gestegen, volgens het CBS van 216 procent van het bbp in 2008 tot 229 procent begin 2016? Wat hebben er aan als het tekort terugloopt, wanneer tegelijk ook het aantal handen aan het bed afneemt, er nog steeds veel te weinig sociale huurwoningen zijn, en veel te grote klassen? Wat hebben we er aan als we onze kinderen met minder publieke schuld opzadelen, maar tegelijkertijd onvoldoende investeren in de samenleving van morgen? Wat hebben we er aan dat we het tekort naar 1,5 of straks naar 0,5 % terugbrengen als de klimaatdoelstelling van een stijging van niet meer dan 2 graden Celsius met het huidige beleid zeker niet gehaald zal worden? De eenzijdige focus van dit kabinet op het terugdringen van het begrotingstekort getuigt van een kortzichtige politiek. Het begrotingstekort is terug gebracht, maar de tekorten in de samenleving zijn opgelopen.
Voorzitter, als de Nederlandse economie iets nodig had na de crisis, behalve het aanpakken van de banken, dan was het wel extra investeringen om de economie weer op gang te krijgen. Dat is, in tegenstelling tot ons omringende landen, niet gebeurd. Vindt de Minister, terugkijkend, eigenlijk zelf dat Nederland wel voldoende publieke investeringen heeft gedaan? De opeenvolgende mega-bezuinigingspakketten hebben niet alleen de economie afgeknepen en de werkloosheid verder doen oplopen, maar hebben ook de kwaliteit van de samenleving afgebroken. De bezuinigingen hebben vooral die groepen getroffen die meer gebruik maken van publieke voorzieningen en afhankelijk zijn van een beschermende en zorgende overheid. Zo wentel je de crisis veroorzaakt door de banken en door een neoliberaal beleid ten dienste van een economische elite in de eerste plaats af op diegenen in de samenleving die het had al moeilijk hadden. Maar ook veel van de door de VVD altijd geprezen “hardwerkende Nederlanders” hebben voor de crisis de prijs moeten betalen in de vorm van achterblijvende lonen, een veel hoger eigen risico, hogere huren, minder sociale zekerheid enz. enz...
Voorzitter, het Nederlandse bezuinigingsbeleid moet natuurlijk ook in een Europese context bezien worden. In de Miljoenennota wijst de minister zelf naar het Europese begrotingsregime als verklaring voor de eenzijdige focus op tekortreductie in het gevoerde budgettaire beleid. De politiek van “austerity” is echter niet de oplossing gebleken maar juist het probleem! Maar ook, als je op Europees niveau de bezuinigingsobsessie los laat, blijf je zitten met een EMU die vanuit macro-economisch en vanuit democratisch oogpunt een onding is, zoals ook professor Stiglitz in zijn nieuwste boek uitvoerig heeft betoogd. De Minister heeft al gedebatteerd met professor Stiglitz over deze heikele kwesties dus laten we dat nu niet hier over doen. Maar ik heb wel nog wel nog een paar vragen aan de Minister over hoe het nu volgens hem verder moet met de monetaire unie, vooral in het licht van zijn eigen Five Presidents Report. Is dat document voor hem nog altijd richtinggevend als het gaat om het verstevigen van de muntunie? Hoe staat het eigenlijk met de implementatie van deze agenda? Op welke termijn denkt de minister dat de weeffouten de EMU, waarvan ook hij erkent dat die er zijn, hersteld moeten worden om een volgende en mogelijk fatale eurocrisis de voorkomen?
Eén onderdeel van het bouwwerk dat volgens dit kabinet de euro moet ondersteunen is de bankenunie. Daarover hebben we eerder gedebatteerd met deze Minister en dat hoeven we hier niet opnieuw te doen. Ik heb wel een vraag over hoe de Minister nu aankijkt tegen de effectiviteit van de bankenunie in het licht van de hernieuwde problemen van de Europese bankensector, recentelijk met name de Italiaanse banken en de Deutsche Bank. De Minister heeft de bankenunie altijd geprezen als een grote stap voorwaarts, omdat nu het principe zou gelden dat het niet meer de burgers zijn die hoeven te betalen voor het redden van banken maar aandeelhouders en crediteuren. Maar is hij er nu nog steeds zeker van dat hier in de praktijk ook onverkort aan vast gehouden zal worden? Of hebben we straks toch weer bail-out in plaats van de bail-in?
Nu krijgen we, als het aan de Commissie en ook aan dit kabinet ligt, niet alleen een Europese bankenunie maar ook een zogenaamde kapitaalmarktunie. De Commissie wil deze nieuwste unie nu, met steun van het kabinet, versneld doorvoeren. De kapitaalmarktunie zou moeten leiden tot een efficiëntere allocatie van kapitaal en betere risicodiversificatie. De SP-fractie vraagt zich af hoeveel groter de volgende financiële crisis zal moeten zijn, wil ook deze Minister het dogma dat meer bewegingsvrijheid voor het kapitaal leidt tot meer efficiency, los laten. Het omgekeerde is immers wel gebleken in 2008. In plaats van risicodiversificatie zagen we hoe risico’s zich verspreiden door het hele systeem, mede dankzij securitisaties en andere “financiële massavernietingswapens” die de EU, van harte gesteund door dit kabinet, nu in het kader van de kapitaalmarktunie weer wil bevorderen. Misschien kan de Minister nog een keer uitleggen waarom hij denkt dat wat tot grote instabiliteit van het financiële systeem leidde voor 2008 nu zou bijdragen aan stabiele groei in Europa?
Voorzitter, de verhoudingen tussen de reële economie en de financiële sector zijn nog altijd uit het lood geslagen, en dreigen met nieuwe Europese initiatieven nog verder uit het lood te slaan. Deze wanverhouding is een van de belangrijkste redenen dat alle lichten voor de Nederlandse economie weliswaar op groen lijken te staan maar dat daarnaast toch ook nog een feloranje waarschuwingslicht brandt of althans zou moeten branden. Kan de Minister misschien ons vertellen hoe hij daar over denkt? Dat er geen goed evenwicht is tussen samenleving en de financiële sector, en dat het beleid van achtereenvolgende Nederlandse kabinetten aan die disbalans heeft bijgedragen, is onlangs ook beargumenteerd en uitvoerig onderbouwd in een rapport van de WRR. De SP-fractie kijkt erg uit naar de officiële kabinetsreactie op dit belangwekkende rapport. Misschien kan de Minister alvast een tipje van de sluier oplichten?
Ja, de laatste cijfers van het CPB zijn mooi. Het is verheugend om te zien dat de werkloosheid nu eindelijk ook daalt en de laatste maanden sneller dan verwacht, al blijft het de vraag of die trend zich doorzet, en al blijft de werkloosheid veel te hoog. En ook de samenstelling van de werkgelegenheidsgroei geeft te denken. Het is vooral het aantal uitzendbanen dat toeneemt. Flexbanen nemen opnieuw sneller toe dan vaste banen en het aantal banen in de zorg, de hoofdzorg van veel mensen, blijft afnemen: in totaal zijn de afgelopen vier jaar 88.000 banen in de zorg verdwenen. Het lijkt mij dat deze cijfers vooralsnog geen blijk geven van duurzame groei, noch een teken dat we echt investeren in de kwaliteit van onze samenleving.
Voorzitter, ik kom dan nu tot mijn derde thema, de groeiende sociale ongelijkheid. En dat die toeneemt blijkt niet alleen uit allerlei statistieken maar is eigenlijk evident voor iedereen die zijn ogen en oren open houdt in dit land. Toch maar even een paar feiten en cijfers op een rij want het kabinet blijft toch graag vasthouden aan het beeld – zo bleek ook tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer – dat zij aan “eerlijk delen” hebben vastgehouden en de verschillen niet hebben laten oplopen. Het nivelleringsfeestje van PVDA-voorzitter Spekman bleek echter al meteen te zijn afgelast. In plaats daarvan is het toch vooral een feestje geworden voor de hogere inkomens. Zoals het CPB berekend heeft, zijn de besteedbare inkomens van 175% van het minimumloon en daarboven ongeveer twee keer zo hard gestegen als de koopkracht van mensen met een inkomen tot 175% van het minimumloon. Dit in de periode 2014-2017. Voor de langere termijn verwacht het CPB dat dat ook de GINI co-efficiënt, wat een op zich beperkte maat is voor inkomensongelijkheid, verder zal toenemen. De loonkloof, het verschil tussen de hoogste en laagstbetaalden binnen bedrijven, is ook nog verder gegroeid. Had het kabinet daar niet wat meer aan kunnen doen in het kader van “eerlijk delen”, zo vraagt mijn fractie zich af?
Intussen is de afgelopen jaren de armoede in Nederland, ik zei het al, schrikbarend toegenomen. Het aantal huishoudens in Nederland dat onder de armoedegrens zit is toegenomen van 514.000 in 2010 tot 734.000 in 2014; het aantal kinderen dat in armoede leeft is toegenomen van 314.000 in 2010 naar 421.000 in 2014, en het aantal cliënten van de voedselbank van 50.000 in 2010 tot 88.000 in 2015. Welke maatregelen lees ik terug in de begroting die deze armoede effectief moeten bestrijden, zo vraag ik de Minister?
We zijn blij dat de regering 100 miljoen extra uit trekt voor in armoede opgroeiende kinderen. Maar na alle bezuinigingen, achterblijvende inkomens en met nog steeds rond de 400.000 arme kinderen is dit toch niet veel meer dan een pleister op de wonde. Die pleister is welkom, maar geneest deze wond niet. Wij kijken daarom uit naar de uitkomst van het door deze Kamer per motie gevraagde onderzoek van de SER en het SCP naar hoe tot beter beleid ter bestrijding van de armoede onder kinderen te komen. Kan de minister ons overigens informeren over de stand van zaken met betrekking tot dit onderzoek? Vanuit het veld bereiken ons hierover enigszins verontrustende berichten. Zo zou het onderzoek niet echt willen vlotten maar ook de meer fundamentele vraag, in de geest van het dictum van de door mij vorig jaar ingediende en aangenomen motie, naar hoe nu beter beleid gevoerd kan worden – dus een onderzoek naar beleidsalternatieven – niet helemaal opgepakt worden.
Wat ook heeft bijgedragen aan het minder sociaal in plaats van het socialer worden van onze economie onder Rutte-Asscher is dat de lonen achtergebleven zijn bij de winsten. In de periode 2006-2014 is volgens het onderzoeksinstituut van McKinsey een grote meerderheid in Nederland er in besteedbaar inkomen op achteruit gegaan terwijl het hoogste kwintiel juist een stijging liet zien. Inkomens in het laagste kwintiel hebben de grootste achteruitgang gezien. Mijn vraag aan de Minister is simpel: duiden de cijfers van McKinsey nu op grotere of op kleinere inkomensongelijkheid in de genoemde periode? Meer in het algemeen zijn de verhoudingen tussen arbeid en kapitaal volledig uit het lood geslagen. Het aandeel van inkomen uit arbeid in het totale nationale inkomen is de laatste tientallen jaren gestaag gedaald en volgens nieuwe berekeningen van De Nederlandse Bank nu historisch laag. Dit is niets anders dan een herverdeling van arbeid naar kapitaal.
Voorzitter, zoals betoogd heeft voor grote groepen Nederlanders het bezuinigingsbeleid rampzalig uitgepakt. De begroting die voor ons ligt verandert daar niets aan. Er wordt even niet nog meer bezuinigd maar er wordt ook nog geen begin gemaakt met de inhaalslag die naar het oordeel van mijn fractie nodig is na de kaalslag van de afgelopen jaren. Het kabinet kiest er voor om na 50 miljard bezuinigingen nu 1,5 miljard meer uit te geven. Een bestedingsimpuls is dit nauwelijks te noemen Opnieuw een gemiste kans. Bovendien wordt naar het oordeel van onze fractie het geld deels aan de verkeerde doeleinden besteed. De 300 miljoen extra voor defensie is gebaseerd op de gevaarlijke vooronderstelling dat de toenemende spanningen in de wereld zijn op te lossen met nog meer wapentuig. Wel blij zijn we dat, onder grote druk vanuit ook deze Kamer, er eindelijk extra geld gaat naar Veiligheid en Justitie maar we vrezen dat er hier nog altijd sprake is van onderinvestering. De rechtstaat dreigt nog altijd kind van de rekening te worden. Wij komen hier nog op terug bij de begrotingsbehandeling van V&J.
Er wordt 1,1 miljard aan lastenverlichting en koopkrachtreparatie doorgevoerd maar zoals we gezien hebben blijft de ongelijkheid toenemen. Het wordt tijd voor een echte sociale investeringsagenda! En het geld is er, niet in de laatste bij de miljonairs en multinationals die nog steeds weg komen met grootschalige belastingontduiking en ontwijking, en die sowieso wat de SP-fractie betreft flink meer mogen bijdragen. Maar wat dat eerste betreft zijn we blij dat Europa de afspraken gemaakt binnen de OESO nu implementeert en dat deze staatssecretaris daar ook achter staat, al is het voor ons slechts een eerste stap in de goede richting. Maar wat ons wel verbaast en verontrust is dat we in de Miljoenennota lezen dat de verwachte extra belastingopbrengsten die de aanpak van de ontwijking moet opbrengen weer terug moeten naar de bedrijven. Hier snappen wij als SP-fractie echt niets van. Als je constateert dat multinationals hun eerlijke bijdrage aan de samenleving ontlopen en je slaagt er in die alsnog te innen waarom zou je dat geld dan laten terugvloeien naar het bedrijfsleven? Graag een reactie van de staatssecretaris.
Voorzitter, ik rond af. We hadden als overheid al veel eerder moeten investeren, in de zorg, in het onderwijs, in duurzaamheid, in nieuwe en fatsoenlijk betaalde banen in de publieke sector, in het MKB, maar ook hier geldt beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Zelfs de Europese Commissie heeft nu gesteld dat Nederland meer ruimte voor publieke investeringen heeft dan we benutten en roept de regering op die ruimte, gebruik makend van het feit dat Nederland nu gratis geld kan lenen, te nemen. Volgens een simulatie van de Commissie zouden additionele structurele publieke investeringen van 1% van het BNP via hogere groei zichzelf financieren. Wij kennen deze Minister als iemand de aanbevelingen uit Brussel altijd heel serieus neemt. Sterker nog, het kabinet is er trots op deze doorgaans goed te volgen. Gaat het kabinet deze aanbeveling opvolgen? Komt er tussentijdse aanpassing van de begroting? We zijn benieuwd. Voor deze vraag geldt net als voor onze vragen dat we zoals altijd uit zien naar de beantwoording er van.