column
Sadet Karabulut:

Topvrouwen

Met mij verwonderen veel mensen zich over de ontwikkelingen in de top van het Nederlandse bedrijfsleven. Winstgevende bedrijven worden gesloten, bedrijven worden overgenomen, personeel wordt ontslagen. Terwijl de druk op werknemers wordt opgevoerd om geen of niet al te veel extra salaris te eisen, blijft het salaris van de mannen aan de top met grote sprongen stijgen. Het is niet meer bij te houden hoeveel miljoenen de afgelopen tijd weer aan bonussen zijn uitgekeerd. Dit terwijl aan de basis steeds meer mensen moeite hebben om rond te komen.

In dit licht bezien vind ik het pleidooi van Agnes Jongerius om een minimum in te voeren voor het aantal vrouwen in topfuncties, een beetje gek. Het is de omgekeerde wereld wat mij betreft. Waarom zouden we ons best moeten doen om meer Rita’s, Nina’s en Margaret’s aan de top te krijgen? Een vrouw aan de top is niet automatisch ook een topvrouw die het beste voor heeft met de werknemers en het bedrijf.

We zouden vooral de handen ineen moeten slaan om de obstakels op de arbeidsmarkt op te ruimen die nu het principe van de ‘beste vrouw of man op de beste plek’ in de weg staan. Zoals beperkte verlofmogelijkheden, de onzekerheid van flexbanen, beperkte doorstroommogelijkheden, ongelijke beloning, discriminatie enzovoort. Dat zijn zaken die nu eerst verbeterd moeten worden. Door mannen én vrouwen. Het gaat uiteindelijk niet om meer vrouwen aan de top maar om meer topvrouwen en topmannen op de voor hem of haar beste plek.

Betrokken SP'ers