De strijd voor het referendum gaat weer beginnen!
De Raad van State is tegen het referendum, zo valt te lezen in het Jaarverslag 2016. De adviseur van de regering stelt dat het referendum een bedreiging is voor de ‘overheidsbesluitvorming’ en zelfs leidt tot een ‘disfunctioneren’ van de Tweede Kamer. Het is goed om dit alarmistische verhaal van de Raad van State naast het advies te leggen van de staatscommissie-Remkes. Die pleit juist voor invoering van een bindend referendum, om mensen meer bij de politiek te betrekken en de vertegenwoordigende functie van het parlement te versterken. De politieke uitspraken van de Raad van State over het referendum zijn een probleem, omdat ik in januari bij de Tweede Kamer een voorstel heb ingediend voor een bindend referendum. Een wet die we in de Kamer pas kunnen behandelen als de Raad van State hier een advies over heeft gegeven. Maar van dit adviesorgaan hebben we sinds januari helemaal niets meer gehoord.
De Raad van State is het oudste orgaan aan het Binnenhof en bestaat al sinds 1531. De Koning is voorzitter van de Raad van State, maar de leiding is feitelijk in handen van de vicevoorzitter. Vanaf 2012 was dat oud-CDA-minister Piet Hein Donner, sinds 2018 is dat oud-D66-minister Thom de Graaf. De Raad van State moet onafhankelijk advies geven over de kwaliteit van wetten. Dat deze adviseur een mening heeft over allerlei politieke kwesties is kwetsbaar. Want hoe kun je bijvoorbeeld een onafhankelijk advies geven over een referendumwet, als je eerder hebt gezegd dat het referendum een gevaar zou zijn voor onze democratie? In januari heeft de Tweede Kamer mijn referendumwet naar de Raad van State gestuurd. Die gaat er vervolgens zélf over hoe lang het duurt om een advies te geven, maar meestal is dit maximaal drie maanden. Dat zou in dit geval april zijn, maar we zitten nu al in september. En het blijft stil.
De onafhankelijkheid is de kracht van de Raad van State, als Kamerlid kan en wil ik daar geen enkele invloed op uitoefenen. Maar dat wil niet zeggen dat de Raad van State wetgeving zomaar mag ophouden. Natuurlijk kan het zijn dat de Raad van State meer tijd nodig heeft, omdat een wet buitengewoon groot en ingewikkeld is, maar dat is hier niet het geval. Bovendien lijkt de referendumwet die ik in januari heb ingediend precies op het voortel dat GroenLinks, PvdA en D66 in 2005 al hadden gedaan en waarover de Raad van State toen óók al een advies heeft gegeven. Ik vind het opmerkelijk dat de leden van de Raad van State negen maanden bezig zijn met een advies over een wet waar ze zich een paar jaar geleden ook al over hebben uitgesproken. Ik kan me niet voorstellen dat de kwaliteit van dezelfde wet een paar jaar later zoveel anders is geworden. Maar ondertussen kan ik in de Kamer met mijn voorstel niet verder.
Minister Ollongren heeft het bestaande referendum afgeschaft, maar lijkt naar aanleiding van het advies van de staatscommissie-Remkes toch wat positiever over dit democratische middel. De minister wil een ‘nadere bezinning’ over het referendum, maar dit is niet nodig, want dat heeft de staatscommissie al gedaan. De regering stelt ook dat het deze regeerperiode niet meer lukt om een wet te maken, maar dat is ook niet nodig, want ik heb in januari al een wetsvoorstel ingediend. Het is alleen nog wachten op de Raad van State. Het is zeer ongebruikelijk om als indiener van een wetsvoorstel navraag te doen bij de Raad van State, omdat de politiek dit onafhankelijke orgaan niet onder druk mag zetten. Maar deze week was ik het wachten zat en heb ik even gebeld. Beloven konden ze natuurlijk niets, maar de Raad van State zou proberen om deze maand nog een advies over mijn referendumwet naar de Kamer te sturen.
Ik ben benieuwd, vooral naar de verschillen met het vorige advies over dezelfde wet van GroenLinks, PvdA en D66. Een wet die eerder door de Tweede Kamer werd aangenomen, maar vervolgens door deze partijen werd ingetrokken. Het kan zijn dat het advies vooral gaat over de kwaliteit van dit wetsvoorstel, maar dan ben ik wel benieuwd waarom de Raad van State daar negen maanden over moest nadenken. Het kan ook een politiek advies worden, maar dan zal déze adviseur wél moeten aangeven waarom het advies van de staatscommissie-Remkes niet deugt. De strijd voor het referendum gaat weer beginnen!