Ronald van Raak:

Revolutie

Nederland is geen land van revoluties, maar wel een schuilplaats voor revolutionaire ideeën. Grote denkers als René Descartes en John Locke konden hier in alle rust hun filosofieën ontwikkelen. De ideeën van Isaac Newton werden door Nederlandse filosofen uitgewerkt tot een newtoniaanse wijsbegeerte, die een stempel zou drukken op de politieke ontwikkelingen in Europa. Niet alleen logisch denken, maar vooral waarnemen en experimenteren waren volgens Newton de manier om de natuur te bestuderen. Daarbij stelde hij zichzelf de vraag of zijn methode van wetenschap ook de wetten kon achterhalen van de moraal. Die filosofische handschoen werd opgepakt aan de universiteit van Leiden, door Willem Jacob ’s Gravesande (1688-1742).

Nergens in Europa was Newton zo populair als hier in de Nederlanden. De gegoede Hollandse burgerij schiep een groot genoegen in het nabootsen van zijn experimenten. Vooral de Opticks (1704), dat leerde hoe je licht kon weerkaatsen en in kleuren kon breken, was erg populair - er verscheen zelfs een newtoniaans leerboek voor vrouwen.’s Gravesande schreef de Wiskundige beginselen der natuurkunde (1720), het eerste academische natuurkundeleerboek, dat overal in Europa werd vertaald. Ook zijn colleges trokken studenten van overal, onder wie de Franse filosoof Voltaire.

Newton was een man van de Bijbel - zo berekende hij de generaties in het Oude Testament, om de ouderdom van de aarde te bepalen. Zijn denken paste goed in het geestelijke klimaat van het achttiende-eeuwse Nederland, waar filosofen nieuwe wetenschappelijke inzichten probeerden in te passen in het traditionele christelijke denken. ’s Gravesande meende dat experimenten niet alleen de wetten van de natuur, maar ook die van de samenleving konden achterhalen. Bestudering van de mens leerde ons de morele wetten van God, maar ook de morele plichten die wij hebben tegenover elkaar.

In Hollandse handen was de filosofie van Newton een middel tot behoud, onderzoek naar de mens bevestigde de natuurlijke verhoudingen in de samenleving. In Franse ogen was het newtonianisme echter politieke dynamiet. Voltaire bezocht Leiden, nadat hij Frankrijk had moeten ontvluchten. De lessen van ’s Gravesande inspireerden hem tot zijn Elements de la philosophie de Newton (1736). In een andere omgeving kregen dezelfde ideeën een heel andere kleur. Volgens Voltaire leerde het newtonianisme juist de noodzaak tot verandering. Dit was de filosofie van de nieuwe burgerij, die in Engeland en de Nederlanden had gezorgd voor vrijheid en vooruitgang. Newtons filosofie ademde volgens Voltaire de geest van een nieuwe tijd, waarin burgers moesten afrekenen met de corruptie van de adel en het dogmatisme van de kerk in Frankrijk. De mensen moesten volgens Voltaire zelf experimenteren en hun wereld verbeteren. Newtons filosofie werd ook populair bij radicale denkers als Diderot en Rousseau. Daarmee maakte dit newtonianisme de geesten rijp voor de revolutie van 1789.

Deze column verscheen in Filosofie Magazine van juli 2011

Betrokken SP'ers