column
Jasper van Dijk:

Het gevecht tussen SP en PvdA

“Het gevecht tussen SP en PvdA vertoont grote overeenkomsten met de alsmaar heviger wordende strijd tussen Linkspartij en SPD”, aldus Koen Haegens in zijn column “De toekomst van links” in de Groene Amsterdammer van 14 maart. Haegens stelt dat de groei van de partijen links van de sociaal-democratische partijen niet zomaar voorbijgaat. Hij verklaart dit door de afkalving van de middengroepen in landen als Duitsland en Nederland. In Duitsland werd al becijferd dat steeds meer mensen dalen op de sociale ladder. “Onder invloed van de door New Labour gepropageerde derde weg heeft zowel de PvdA als de SPD in de jaren negentig de ideologische veren afgeschud en de middengroepen omarmd. Aan hen was immers de toekomst, dachten zij. Die oriëntatie lijkt zijn langste tijd te hebben gehad.”

Haegens voorziet een teloorgang van de gevestigde sociaal-democratische partijen, als die niet krachtiger reageren op de economische gevolgen van de globalisering. Kiezers herkennen zich niet in een PvdA die zich neerlegt bij groeiende topinkomens en verlies van banen naar elders. Veel mensen uit de middengroepen zien hun positie verslechteren als er niet wordt ingegrepen. Dat is een nieuw verschijnsel na decennia van economische groei. “Een linkse stroming die zich daarbij neerlegt, maakt van haar teloorgang een historische onvermijdelijkheid.”

Wie kijkt naar de onrust in de publieke sector, ziet bovenstaand proces met eigen ogen. Leraren, verplegers en politiemensen voelen zich achtergesteld. Het salaris staat niet in verhouding tot de werkdruk en de arbeidsvreugde neemt af door bureaucratische regels van een afstandelijk management. Het kabinet zou zich dit veel meer aan moeten trekken, als ze wil waarmaken waar ze voor staat: samen leven, samen werken. Dat betekent: fors investeren en zorgen dat mensen op de werkvloer veel meer te zeggen krijgen.

Dat is ook de reden waarom de leraren in actie vorige week op het Plein demonstreerden. Zij kregen verwachtingen bij het aantreden van het nieuwe kabinet, maar die werden niet waargemaakt. Minister Plasterk begon veelbelovend als buitenstaander, inmiddels slaan de twijfels toe. Hoeveel investeert hij nu werkelijk in onderwijs? Wat is er waar van zijn woorden over de aanpak van het management? Tot nu toe bar weinig. En dat terwijl onderwijs cruciaal is in tijden van globalisering. Als we niets doen om de groeiende kloof tussen hoogopgeleiden en lageropgeleiden te bestrijden, wordt het voor Nederland steeds moeilijker om mensen aan werk te helpen. Juist in het vmbo en het mbo zijn investeringen hard nodig. Want daar is de schooluitval schrikbarend en daar zijn kleine klassen het hardste nodig. Dat kost geld, maar het levert ook veel op, want je voorkomt dat mensen op straat belanden.

Maar niet alleen het beroepsonderwijs verdient meer aandacht. Investeren in onderwijs is altijd goed. Want hoe beter mensen worden opgeleid, hoe minder ziek ze zijn en hoe lager de criminaliteit is. Mensen worden gelukkiger en ook de economische groei neemt toe. Alleen maar voordelen dus, en toch blijft dit kabinet doormodderen qua investeringen. Het ontbreekt aan een langetermijnvisie en de mooie woorden over Nederland als Kenniseconomie zijn al helemaal een lege huls.

Betrokken SP'ers