column
Jasper van Dijk:

EU-Referendum: nu of nooit

Deze week behandelt de Tweede Kamer het initiatiefwetsvoorstel voor een referendum over het nieuwe Europese Verdrag. Het voorstel is ingediend door SP, GroenLinks, D66, PVV en de Partij voor de Dieren. Het vorige referendum over de Europese grondwet werd mede gesteund door PvdA en VVD. Vandaar dat Nederlanders toen voor het eerst de kans kregen om zich per referendum uit te spreken over een Europese kwestie. Na het succesvolle referendum in 2005 volgde een periode van bezinning. Vorig jaar werd de opvolger gepresenteerd: het Verdrag van Lissabon. Een normaal mens zou zeggen: nu het eerste verdrag is weggestemd, is het logisch dat de bevolking opnieuw mag oordelen over het nieuwe verdrag. Wie A zegt moet ook B zeggen.

Deze logica gaat echter niet op voor PvdA en VVD. Alle argumenten die zij in 2005 nog hadden vóór een referendum, zijn als sneeuw voor de zon verdwenen. De PvdA heeft zelfs glashelder in haar verkiezingsprogramma staan: “Voor een nieuw (grondwettelijk) verdrag is een nieuw referendum nodig.” Daar is geen woord Spaans bij. Ook Balkenende is tegen een nieuw referendum. Zelfverzekerd stelt hij dat de regering met het nieuwe verdrag voldoende tegemoet is gekomen aan de wensen van de bevolking. Dat zijn grote woorden, aangezien veel deskundigen zeggen dat 95 procent van het nieuwe verdrag gelijk is aan de oude grondwet. Maar er is natuurlijk een manier om te controleren of Balkenende gelijk heeft...

Als er geen nieuw referendum komt, kan dat maar één ding betekenen. De angst regeert. Tegenstanders durven het niet aan dat de bevolking nog een keer nee zegt. Balkenende zei al eerder dat hij voor gek zou staan in Brussel. Nederland zou een modderfiguur slaan. Er zou oorlog komen en het licht zou uitgaan. Het bleek allemaal onzin te zijn. Integendeel: Nederland kwam er sterker uit. Dat zal ook nu gebeuren, alleen al omdat Nederland een centrale speler en één van de oprichters van de EU is.

Als Nederland opnieuw nee zegt tegen het Europese Verdrag, zou dat in eerste instantie tot verdergaande bezinning leiden. Europese politici zouden zich afvragen: gaan wij te snel, is de bemoeienis te groot en schiet de democratie tekort? En dat zijn de vragen die gesteld moeten worden. Er is niets mis met Europese samenwerking, mits die wordt gedragen door de bevolking. Maar de bevolking mag zich er niet over uitspreken, uit angst dat zij het verkeerde zegt. En zo wordt een oud idee opnieuw bevestigd: Europa is een zaak van achterkamertjes. Kortom, het is nu of nooit, stem vóór een nieuw referendum.

Betrokken SP'ers