column
Jan Marijnissen:

Vertrouwen

Alle politieke partijen beginnen dezer dagen met hun campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen. Er breekt een spannende periode van vier weken aan voor de lijsttrekkers en de andere direct betrokkenen. Ik kan erover meepraten.

Bij verkiezingen gaat het in de eerste plaats om vertrouwen. Wie vertrouw je in wat hij of zij zegt en doet? Wie vertrouw je je stem toe? Dat is voor mij nooit zo’n moeilijke afweging geweest, ik heb altijd op de nummer twee van altijd dezelfde lijst gestemd. Maar voor menig kiezer is het geen sinecure. Je volgt de politiek slechts zijdelings, en je moet het dus hebben van de radio- en tv-debatten, het verkiezingsmateriaal van de diverse politieke partijen, de stemwijzers of misschien van adviezen van anderen. Ingewikkeld.

Vaak wordt gesteld dat bij veel kiezers de persoon van de lijsttrekker de doorslag zou geven. Ik geloof zeker dat de lijsttrekker belangrijk is, vertrouwen schenk je immers makkelijker aan een persoon dan aan een partij. Maar wanneer de inhoud – het programma en de daden van de partij – en de persoon niet samenvallen, werkt het niet. En dan is er nog de tijdgeest. Aannemende dat politieke partijen een consistent verhaal hebben, ik heb daar zo mijn twijfels bij, dan is een noodzakelijke voorwaarde voor electoraal succes ook dat de partij aansluit bij de tijdgeest. Ons land staat op een tweesprong. Doorgaan met het beleid dat begin jaren tachtig onder Lubbers is ingezet en later door Kok, Balkenende en Rutte is vervolmaakt, of een ander spoor kiezen. Sprekende over de tijdgeest denk ik dat de geesten nu rijp zijn voor een afscheid van de ieder-voor-zich-mentaliteit. Ik hoor alsmaar spotjes op de radio die ons oproepen om te zien naar elkaar en onze buurt, het CDA spreekt weer over de menselijke maat en kleinschaligheid, de PvdA wil weer actief worden in de buurten.

De nu al jaren aanhoudende mondiale crises op tal van terreinen van de maatschappij – de banken, de schulden, de euro, de recessie, de politieke crises in de Zuid-Europese landen – laten natuurlijk hun sporen na in de manier waarop mensen kijken naar de politiek en de politici. Veel vertrouwen is weggevloeid. ‘Moet dan alles te koop zijn? Moet dan alles vertaald worden in winst en eigenbelang?’, vragen mensen zich vertwijfeld af.

Was twintig jaar geleden het grootste deel van de Nederlanders nog euforisch over de vermeende nieuwe grenzen van het bestaan, nu staan de meesten wel weer met beide benen op de grond en beseffen ze dat een overheid moet optreden en niet moet terugtreden. Zeker, laat aan de samenleving wat de samenleving zelf kan, maar dring mensen geen wereld op waarin alles vermarkt is. We hebben genoeg excessen gezien om te weten dat de markt zelf niet in staat is om tot morele oordelen te komen, laat staan dat de markt die oordelen van doorslaggevende betekenis zou kunnen laten zijn.

Wat zou het fijn zijn wanneer de campagnes en de debatten hierover zouden gaan. Want wie het gegroeide wantrouwen van de mensen kan omzetten in vertrouwen in de toekomst, maakt vandaag over vier weken een goede kans op een goed resultaat.

Betrokken SP'ers