Weeklog: Gouden en Slavenkooien in het Europees Parlement
Enkele jaren geleden schreef ik regelmatig over de veel te hoge salarissen van Europese ambtenaren. Die salarissen zijn nog steeds heel hoog, reden waarom weinig Europese ambtenaren weggaan. Frustrerend is het wel, want voor interne promotie komen ze vaak ook niet in aanmerking. Dan lopen ze aan tegen politieke benoemingen. Bovendien zijn lang niet alle functies goudgerand: eerder was er onrust bij het kantinepersoneel, nu slaan de suppoosten bij het Huis van de Europese Geschiedenis alarm. Die werken niet rechtstreeks voor het EP, maar via respectievelijk een cateringbedrijf en een payroller. Bedrijven die het met de arbeidsomstandigheden niet nauw nemen. Bij de suppoosten kun je zelfs spreken van moderne slavenarbeid. Rijk of arm, frustratie is er bij ontzettend veel personeel en daar moet snel een einde aan komen.
Het management van het EP staat voortdurend onder druk om te bezuinigen op personeelsuitgaven. Terwijl er vele miljoenen worden uitgegeven aan zogeheten voorlichtingsactiviteiten en, niet te vergeten, aan gebouwen, moet op het personeel zoveel mogelijk worden bezuinigd. Dat wreekt zich nu weer bij eerdergenoemde suppoosten: het zijn bepaald geen topverdieners, naar Brusselse begrippen dan. Ze vallen ook niet onder het ambtenarenstatuut maar werken via een payroller, Manpower, en dan geldt het Belgische arbeidsrecht. Maar zelfs dat wordt niet nageleefd: hoe kan het anders zijn dat ze geregeld werkdagen van tien uur maken en werkweken van zes tot zeven dagen? Ondertussen moeten ze verplicht staan en lopen, want op een stoeltje zitten is verboden. Lunchpauzes worden ingekort tot vaak 30 minuten en ondertussen maar staan en lopen. Als je naar de WC wilt, moet je eerst toestemming vragen en die wordt niet altijd gelijk verleend. Mensonterende slavenarbeid. De hoogste ambtelijke baas van het EP heeft me inmiddels verzekerd dat hij een onderzoek zal instellen. Dat is een eerste stap, maar payroller of niet, suppoosten verdienen nette arbeidsomstandigheden. Ik zal dan ook niet rusten, voordat hun situatie verbeterd is.
Maar voor de topverdieners, de ‘gewone’ ambtenaren van het Parlement, is het ook niet allemaal rozengeur en maneschijn. Niet alleen leven ze vaak in een gouden kooi, omdat ze elders nooit hetzelfde salaris kunnen krijgen, maar bovendien is de doorgroei binnen het Parlement verstopt. Dat komt doordat de hoogste ambtelijke posities allemaal politieke benoemingen zijn. Op 25 september werd er binnenskamers over politieke benoemingen gesproken. Dit naar aanleiding van de benoeming van Martin Selmayr tot nieuwe Secretaris-Generaal van de Commissie. Volgens de Europese Ombudsman was hier sprake van wanbestuur en dat ben ik graag met haar eens. Maar de Commissie wil van geen wijken weten en ook in het EP lijken politieke benoemingen gewoon door te gaan. De zaak komt nu weer terug in de Begrotingscontrolecommissie en we zullen er hard in gaan: ook al is Brussel een ‘bubble’ van ‘ons kent ons’, benoemingen van topambtenaren moeten transparant en eerlijk zijn. Dat vindt een grote meerderheid van de Europarlementariërs ook en dus is het de hoogste tijd voor een duidelijke uitspraak. De gouden kooien zullen blijven, zolang Europese ambtenaren teveel verdienen, maar als de ambtenaren dan ook nog eens te maken hebben met een verstopt intern carrièrebeleid, dan hebben we straks alleen nog maar een door en door gefrustreerd ambtenarenapparaat. En daar zit niemand op te wachten.