Weeklog: Ook Brussel heeft een Maagdenhuis nodig
Gisteren werd het Maagdenhuis in Amsterdam ontruimd. Er was in de media veel aandacht voor de schade die de bezetters hadden aangericht, maar erg weinig over hoe nu werkelijk een eind aan het rendementsdenken in het onderwijs gemaakt kan worden. Daarbij speelt ‘Brussel’ een bedenkelijke rol: de Europese Commissie doet immers niets anders dan rendementsdenken in het hoger onderwijs bevorderen. Zo geeft zij maar liefst €4 miljoen aan U-Multirank, het rankingsinstrument dat gebaseerd is op criteria als samenwerking met bedrijven en aantallen publicaties en octrooien. De studenten die in deze plannen het mes willen zetten, zijn bij de SP-eurofractie in Brussel van harte welkom!
Actie voeren doen je in het algemeen gemakkelijker op lokaal niveau, dan op nationaal, laat staan op Europees niveau. Daarom is het ook volstrekt logisch dat de studenten in Amsterdam hun acties allereerst richtten op hun eigen universiteit. Toch is het belangrijk je ervan bewust te zijn dat veel van de ellende waar studenten nu dagelijks mee geconfronteerd worden, voortvloeit uit Europees beleid. Nu heeft de Europese Unie formeel niet veel te zeggen over onderwijs, want zelfs het EU-Verdrag erkent dat dit vooral een nationale aangelegenheid is. Toch is er een weg gevonden om ook hier invloed op uit te oefenen: in het kader van het Bologna proces werken lidstaten en de Europese Commissie op dit gebied al jaren samen.
De Europese Unie gaat traditioneel uit van marktdenken. Het hoger onderwijs is daar geen uitzondering op: universiteiten en hogescholen moeten aantrekkelijk zijn voor buitenlandse studenten, moeten ‘in hoog aanzien staan’ en – voor de EU waarschijnlijk het belangrijkste – ze moeten goed samenwerken met het bedrijfsleven. Juist het Bologna proces heeft ertoe bijgedragen dat algemene ontwikkeling minder belangrijk wordt gevonden en dat het ‘rendement’ van een universiteit of hogeschool wordt afgemeten aan omzetten en productie. Studenten moeten worden opgeleid in studies waar het bedrijfsleven, en dan met name de grote bedrijven, het meest behoefte aan hebben. Onderzoeksgelden moeten in toenemende mate komen van private bronnen, waardoor het tegenwoordig heel moeilijk is geworden werkelijk van het bedrijfsleven onafhankelijke onderzoekers te vinden. Iedereen heeft – noodgedwongen – wel eens onderzoek in opdracht van een specifiek bedrijf verricht.
De geldmachinerie uit Brussel zet hier ook volop op in. Zo verleent de Europese Commissie €4 miljoen aan U-Multirank. Ze doet dit uit het potje Erasmus+, het subsidieprogramma op het gebied van onderwijs. Volgens de Commissie staat ‘aan de basis de gedachte dat investeringen in onderwijs, opleidingen en niet-formeel leren van cruciaal belang zijn om mensen – ongeacht hun leeftijd of achtergrond – de kans te geven zich voortdurend te ontwikkelen oftewel: een leven lang te leren’. Mooie woorden, maar waarom dan een miljoenensubsidie aan een rankingsinstrument waar juist niet de algemene ontwikkeling, maar productie en ‘concurrentiekracht’ centraal staan?
Zolang de protesten van de studenten beperkt blijven tot enkele universiteiten, is er weliswaar hoop op beter onderwijs, maar wordt de bron van het rendementsdenken niet aangepakt. Die bron ligt in Brussel. Het zou dan ook heel nuttig kunnen zijn, als het studentenprotest zich verspreidt over meerdere Europese steden en uiteindelijk de druk op de Commissie opvoert om eindelijk eens op te houden met de focus op marktdenken en universiteiten en hogescholen juist weer zelfstandiger te maken met studenten en wetenschappers aan het roer.