column

De volkscommissaris

Ik ben een groot voorstander van een sterke raad van commissarissen. Ongecontroleerde macht is namelijk altijd verkeerd. Dat geldt ook voor een raad van bestuur van een grote onderneming. De SP vertrouwt daarbij niet op de aandeelhouders om directies tot de orde te roepen. De financiële crisis heeft pijnlijk duidelijk gemaakt wat de rampzalige gevolgen kunnen zijn van een te grote macht voor aandeelhouders, denkt u maar eens aan ABN Amro.

Maar als je niet wil dat directie of aandeelhouders alle macht hebben, dan kom je al snel uit bij de raad van commissarissen. En daar zijn ook nogal wat problemen mee. In 2004 werd door een wetswijziging de wettelijke positie van raden van commissarissen in grote ondernemingen sterk verzwakt. Commissarissen hebben nog steeds de wettelijke plicht het belang van de onderneming te dienen, maar de wet bepaalt ook dat een raad van commissarissen maar door één groep van stakeholders, de aandeelhouders, naar huis kan worden gestuurd.

Dan is het ook niet zo vreemd dat commissarissen steeds meer zijn gaan letten op de belangen van aandeelhouders. Je kunt tien keer in de wet opschrijven dat commissarissen onafhankelijk moeten zijn, maar als zij uiteindelijk door aandeelhouders worden benoemd en ontslagen, dan dreigt een raad van commissarissen permanent een agentschap van de aandeelhouders te worden. Dat moet veranderen.

Daar zijn verschillende mogelijkheden voor, die elkaar niet wederzijds uitsluiten. Het ontslaan van commissarissen door de vergadering van aandeelhouders zou moeilijker kunnen worden gemaakt. Bijvoorbeeld door een gekwalificeerde meerderheid te vereisen. Het is toch absurd dat bij een vrij gebruikelijke opkomst van 40% van de aandeelhouders op een aandeelhoudersvergadering, een kleine minderheid van 20% van de aandeelhouders de raad van commissarissen naar huis kan sturen. De SP wil daarnaast de helft van de commissarissen door de werknemers laten benoemen. Dat versterkt een evenwichtige belangenafweging.

Minstens zo belangrijk voor het verbeteren van het functioneren van commissarissen is dat het 'old boys network' eindelijk wordt doorbroken. Veel commissarissen zijn commissaris in meerdere bedrijven en kunnen logischerwijs niet voldoende tijd in hun werk steken. Denkt u werkelijk dat iemand als Ed Nijpels met vijfentwintig bestuursfuncties zijn werk nog goed kan doen? Commissaris zijn is een serieuze functie waar iemand flink wat tijd aan kwijt behoort te zijn. Maar ook voor commissarissen zitten er maar vierentwintig uur in een dag.

In de tweede plaats is het onwenselijk dat raden van commissarissen overwegend worden bevolkt door hetzelfde type mensen. Jantje zit bij Pietje in de raad van commissarissen en andersom. Dat leidt niet tot goede controle door commissarissen, maar tot handjeklap. En tot 'group think'.

Een groep mensen met dezelfde achtergrond heeft sneller de neiging onvoldoende kritisch te zijn als een raad van bestuur de verkeerde kant op gaat. En laten we wel wezen: de financiële crisis heeft laten zien dat er ondanks de kapitale salarissen, kapitale fouten worden gemaakt door directies van grote ondernemingen. Daarmee komen we bij een laatste argument om het old boys network te doorbreken: commissarissen spelen elkaar financieel de bal toe met die krankzinnige salarissen. En ze moeten echt niet met het argument aankomen dat dit moet omdat ze zo geweldig zijn, want daar hebben we in de crisis weinig van gemerkt.

Wat we dus nodig hebben is een flinke democratisering van de raden van commissarissen. Het gaat 'group think' tegen en zorgt ervoor dat ze voldoende tijd hebben voor hun werk. De B.V. Nederland zal er wel bij varen.

Dus gezocht: jonge commissaris, vrouwelijke commissaris, Marokkaanse commissaris, lesbische commissaris, et cetera. Zullen we het maar de volkscommissaris noemen?