column
Sharon Gesthuizen:

Vieze handen

De dag na het debat over de teleurstellende crisisaanpak van het kabinet ging ik, zoals gebruikelijk, met mijn fiets naar de Tweede Kamer. Mijn ketting ging eraf, dus de laatste paar honderd meter werd het lopen. Eenmaal bij de Kamer keerde ik mijn fiets ondersteboven en begon in de kettingkast te prutsen. Dat vind ik leuk om te doen – tenminste, als het lukt om de boel te fixen. Je krijgt er vieze handjes van maar daar hebben we zeep voor.

Tijdens de lunch sprak ik een collega over de stijgende salarissen aan de top in de ziekenhuizen en de juist steeds lagere beloning voor de mensen op de werkvloer. Dat we dit zien gebeuren heeft te maken met een gevoel van minachting voor werken met de handen, of zelfs voor eenduidig, tastbaar werk. Gezien mijn achtergrond (vader die van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat in de schuur stond te zwoegen, moeder die de kleinste, fijnste en mooiste poppenkleertjes maakte en mijn eigen opleiding in de werkplaatsen van de kunstacademie) is dat iets wat ik moeilijk kan en wil begrijpen. Natuurlijk is er bewondering voor iemand die iets uitvindt of kennis heeft die anderen niet hebben. Maar het is vreemd om te denken dat die zaken niet te vinden zijn in werk dat met de handen wordt gedaan. Leonardo da Vinci zei: “Een mens schildert met zijn hersenen en niet met zijn handen.” Dat klopt en geldt voor al het werk dat door mensen wordt gedaan.

Toen de directeur van De Nederlandse Bank, Nout Wellink, donderdag in het journaal de deur naar de goudvoorraad opende, zagen zijn handen er schoon uit. Maar iemand die de absurde bonussen verdedigt voor mensen die zogenaamd belangrijker werk doen dan anderen, maakt zijn handen vies zonder ernaar te werken. En zo iemand vertrouw ik de functie die hij bekleedt niet toe. Want ook voor dat werk heb je hersens nodig. Wellink heeft wat dat betreft momenteel alle schijn tegen.

Betrokken SP'ers