Afrekenen op daden, niet op paspoorten

De burgemeester van Rotterdam is een Marokkaan. De burgemeester van Rotterdam is een Nederlander. Kies maar. Het is beiden waar. En dat is tegen het zere been van de heer Fritsma van de Partij voor de Vrijheid, de trotse bezitter van één paspoort: een Nederlands.

Keuzevrijheid heeft Aboutaleb zelf niet, al zou hij willen. Van dat dubbele paspoort komt hij niet af. Meneer Fritsma wil een spoeddebat met de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken over deze kwestie. “Een Marokkaan als burgemeester van de tweede stad van Nederland is net zo gek als een Nederlander als burgemeester van Mekka”, zegt zijn voorman Wilders. En dat had hij graag in een motie kwijt gewild. Maak van Rotterdam geen Rabat aan de Maas.

Meneer Fritsma staat alleen. Niemand steunt zijn verzoek om Aboutaleb de oorlog te verklaren. Daar is meneer Fritsma niet blij mee. “Het hele land spreekt erover. Hier in de Kamer mag er kennelijk niet over gepraat worden en dat vind ik een schande.”

Inmiddels hebben de Leefbaren in Rotterdam Aboutaleb het voordeel van de twijfel gegeven. “Het is niet de beste kandidaat, maar wel een interessante”, vinden zij. Dat is een goede houding, afrekenen op daden, niet op paspoorten. Er komt dus geen debat. Meneer Fritsma krijgt geen weerwoord en het commentaar van de Wilders-mannen blijft in het luchtledige hangen. Aboutaleb verdient beter dan dat. Was het achteraf gezien niet beter geweest als de Kamerfracties, minus de PVV, ook al is het een Rotterdamse kwestie, hadden aangegeven Aboutaleb op zijn minst het voordeel van de twijfel te gunnen?