Jimmy Dijk: 'Als je de wereld wil veranderen, ga je ook tegenstanders krijgen'

Hij wordt een vuurspuwer genoemd. Aanvallend in het debat, confronterend en loopt voorop in de strijd. Na het vertrek van Lilian Marijnissen werd Jimmy Dijk verkozen tot de nieuwe SP-fractievoorzitter in de Tweede Kamer. Hij zit vol energie en heeft een missie: ‘We moeten de partij zijn die weer toekomst kan bieden.’

We spreken Jimmy Dijk op 24 december in zijn woonplaats Groningen. Hij is dan net 11 dagen de nieuwe fractievoorzitter van de SP in de Tweede Kamer. In die paar dagen voerde hij debatten, had hij talloze media-optredens en ging hij ook nog eens de straat op met de SP-afdeling in Venlo. Maar vraag je hem of hij moe is, dan kijkt hij je aan alsof je gek bent. ‘Ik krijg er juist heel veel energie van en vind het hartstikke leuk!’ Toch is zijn nieuwe rol ook nog wel wennen, zegt Dijk: ‘Het was natuurlijk erg abrupt. En dan zijn opeens alle ogen van binnen en buiten de partij op je gericht. Gelukkig ben ik niet snel zenuwachtig of nerveus. Dat zit ergens in mijn karakter. Volgens mij waren de reacties na de eerste dagen goed. Daar ben ik blij mee.’

Jimmy Dijk.

Gure rechtse tijden

De fractie koos unaniem voor Jimmy Dijk als nieuwe fractievoorzitter. Ondanks dat hij de beslissing snel moest nemen, twijfelde hij er niet over: ‘De partij gaat me aan het hart. Ook leven we nu al jaren in gure rechtse tijden. Als je ziet wat er aan de hand is en je bent er ook van overtuigd dat er iets moet gebeuren, dan vind ik ook dat je moet opstaan. Onze partij heeft een verhaal te vertellen en ik wil dat doen. Dat de fantastische mensen die met mij in de fractie zitten dan naar mij kijken om daarin voorop te lopen, dat vind ik ontzettend eervol.

Sinds bekend is geworden dat ik de nieuwe fractievoorzitter ben, krijg ik vooral veel positieve reacties van mensen buiten de politiek met wie ik de afgelopen jaren heb samengewerkt. Bijvoorbeeld zorgverleners en bewoners met wie ik in de buurten succesvolle acties heb gevoerd. Dat vind ik heel tof, want dat zijn de mensen waar ik de komende jaren ook echt een beroep op ga doen. We hebben hen als partij nu echt nodig.’

Echte verandering

Bij de laatste verkiezingen zijn de kiezers volgens Dijk op zoek gegaan naar partijen waarvan ze hopen dat die echte verandering gaan brengen: ‘Er wordt al jarenlang op mensen neergekeken. Dat voel je ook heel erg als je in de buurten in gesprek gaat en daarom hebben mensen op partijen als PVV, BBB en NSC gestemd. De laatste verkiezingen zijn echt wel een aardverschuiving geweest.’

‘Het trieste is alleen,’ vervolgt Dijk, ‘dat ik het met die partijen niet zie gebeuren. Mensen willen dat het beter wordt op sociaal gebied, maar PVV, BBB en NSC zijn nu al aan het duiken. Geen verlaging van de huren en geen lagere energierekening, terwijl ze een paar weken geleden nog het hardst riepen hoe belachelijk het was dat de belasting op energie omhoog ging! Het is onze taak om hen hiermee te confronteren en hen onder druk te zetten om de huren en de energierekening alsnog te verlagen. De onderhandelende partijen zijn de samenleving aan het verdelen, terwijl ze de welvaart moeten herverdelen.

Mijn eerste aanvaring met Wilders ging daar ook over. Het moet gewoon nu geregeld worden. Je kunt je niet eerst een half jaar opsluiten met je beoogde coalitiepartners terwijl mensen nú niet te eten hebben en de rekeningen niet kunnen betalen. Een grote mond hebben voor de verkiezingen is makkelijk, maar je moet daarna ook leveren.’

Een nieuw verhaal

Toen Dijk in de gemeenteraad van Groningen zat, maakte de SP eerst deel uit van de coalitie, toen van de oppositie en later weer in de coalitie. De tijd in de oppositie gebruikte de lokale fractie om met een nieuw verhaal te komen over het bestrijden van de tweedeling. Publieke voorzieningen moesten weer worden opgebouwd en in eigen handen worden genomen. Toen de SP, na die tijd in de oppositie, weer terugkwam in de coalitie, merkte Dijk dat met die visie en ideeën de samenleving en andere partijen de goede kant op konden worden geduwd.

‘Ik merkte dat wij in een coalitie terechtkwamen waarbij steeds meer partijen onze ideeën deelden. We wilden weer zeggenschap hebben over onze energie en dus hebben we een eigen gemeentelijk energiebedrijf opgericht. Een van de kernpunten was dat we tweedeling wilden bestrijden. Dat betekent dat je veel meer gaat investeren in buurten en wijken waar de afgelopen jaren de hardste klappen zijn gevallen. Die manier van werken maakt dat het makkelijk is om voor vooruitgang te strijden in plaats van achteruitgang te bestrijden. Ik zou dat ook een heel goede strategie vinden voor de landelijke fractie in de komende jaren. Het is in Groningen gelukt, omdat we een aanvallende stijl hebben gekozen. Zowel in ideeën als in de confrontatie met tegenstanders. En het zijn ook echt tegenstanders. Als je de wereld wil veranderen, ga je ook tegenstand krijgen. Dat is de weerstand van gevestigde belangen.’

Woede in het lichaam

Hoor je Dijk praten, dan is het overduidelijk dat zijn motivatie diepgeworteld is. Zelf kijkt hij naar zijn familie en jeugd als verklaring voor wie hij is geworden: ‘Dat recht voor z’n raap heb ik van mijn vader uit Rotterdam, het temperament van mijn moeder uit Bordeaux. Het is bij mij echt een mix van die twee. Er zit ook woede in mijn lichaam. Dat komt omdat ik op een gasbel ben geboren. Dat heeft veel betekend voor mijn vorming. Dat strijdbare is later versterkt door de mensen uit de buurten en op de werkvloer met wie ik actie heb gevoerd. Zij worden tekortgedaan en dat klopt gewoon niet. Dit zijn de mensen die keihard werken, zo het beste van hun leven willen maken, maar worden door politieke beslissingen keer op keer achteruit geworpen.

Wij zijn de partij van de werkende klasse. Dat zijn de mensen in loondienst of met een uitkering of pensioen. Dat zijn de boeren die zelf hun land bewerken, dus niet de industriëlen die een paar varkensschuren hebben en daar gewoon productie draaien. Het gaat om trotse mensen die in hun wijk en op de werkvloer het beste ervan maken en op die manier de wereld veranderen. Het zijn de mensen die bij ons horen en niet bij de PVV, NSC en zeker niet bij de VVD.’

Toekomst

Dijk is niet iemand die bij een beetje tegenslag bij de pakken neer gaat zitten. Sterker nog, het optimisme spat van hem af. Zo ook als hij praat over de jongerenorganisatie van de SP: ‘SP Jongeren staat als een huis. Dat is goed, want wij hebben het als partij in ons om veel meer jongeren aan te spreken. Zij maken zich zorgen over oorlogen en over woonruimte, en dus eigenlijk over hun eigen toekomst. Het wordt steeds moeilijker om als jongere een leven op te bouwen. Wij moeten de partij zijn die weer toekomst kan bieden.’

Over de toekomst van de SP zelf gaat Dijk de komende tijd in gesprek met leden, sympathisanten en iedereen die iets van de partij vindt: ‘Natuurlijk heb ik ideeën over hoe we verder moeten, maar als wij weer een grote partij willen worden, hebben we echt iedereen nodig. Dus laat van je horen als je ideeën hebt over wat we moeten doen en hoe we dat moeten doen, over vorm én inhoud. Dat kan en ga ik niet in mijn eentje doen. Ik roep alle mensen op om zich met de SP te bemoeien.’

Jimmy Dijk (Oldenzijl, 3 november 1985) studeerde sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en werkte tegelijkertijd jaren in de kartonfabriek. Werd in 2005 lid van de SP nadat hij als jongerenwerker in de wijken zag wat er allemaal niet goed ging. Van 10 september 2010 tot 17 mei 2023 was hij gemeenteraadslid in Groningen. Op 20 april 2023 werd hij lid van de Tweede Kamer. Sinds 13 december 2023 is hij fractievoorzitter van de SP.

 

Van Grunnen tot an stad

Dijk is geboren in Oldenzijl, op het platteland, maar woont nu al vele jaren met zijn vriendin en kat in stad Groningen. Ondanks dat hij veel in Den Haag moet zijn, denkt hij er niet aan om die kant op te verhuizen: ‘Ik ga hier niet weg. Mijn familie en vrienden zitten hier. En ondanks dat Groningen een steeds groter groeiende stad is met enorm veel studenten, is het toch een relaxte stad. Er is hier een sfeer die mij heel erg bevalt. Maar ik ben op het platteland geboren en ik vind het ook wel echt heel fijn om af en toe een stukje die kant op te rijden. Gewoon, om daar weer rond te lopen.’