In de wereld wordt er met groot respect gekeken naar de Nederlandse land- en tuinbouw. Er wordt door boeren, boerinnen en hun medewerkers over het geheel genomen, hard, secuur en met passie gewerkt. En bovenal met kunde. Dankzij hun eigen kennis en vakmanschap hebben ze de land- en tuinbouw tot op grote hoogte weten te ontwikkelen. ‘Nooit meer honger’ was het wijd gedeelde devies na de Tweede Wereldoorlog en de Hongerwinter. Daar zijn de mannen en vrouwen die werken in de land- en tuinbouw daadwerkelijk in geslaagd.
Er is ook een keerzijde. De ontwikkeling gaat samen met schaalvergroting en intensivering van het grondgebruik. Het landbouwsysteem is in de greep van de handelshuizen, voedselproducenten, supermarktketens, zuivelconcerns, zaadveredelaars, voerverkopers en banken. Het gaat gepaard met veel vervuiling, dierenleed en risico’s voor de volksgezondheid.
De oplossing ligt in een radicale koerswijziging. Stoppen met het stimuleren van intensivering en schaalvergroting. Ondersteunen van al die initiatieven die leiden tot een landbouw die gestoeld is op de draagkracht van bodem, water, lucht en natuur, en die draagvlak heeft onder de bevolking en ook de boeren een welverdiend inkomen biedt voor hun veelzijdige beroep. We willen niet minder boeren, maar méér boeren. Maar met minder dieren. We willen af van de bio-industrie die slecht is voor mens, dier en milieu.
Dat is niet terug in de tijd, maar voorwaarts tegen de stroom in van de wereldconcerns die de landbouw in hun greep hebben. Om de bakens te verzetten is niet een terugtredende maar een sterke overheid nodig. Gezonde landbouw en voeding zijn veel meer dan een product dat aan de markt kan worden overgelaten. De markt gaat het echt niet oplossen.