Ook beursgenoteerde onderneming dient een maatschappelijk belang
Beursgenoteerde ondernemingen vallen ten prooi aan overnames als zij onvoldoende waarde creëren voor de aandeelhouder. Met die stelling wordt volledige vrijheid bepleit voor concurrenten uit het buitenland om Nederlandse bedrijven over te nemen. Marcel Pheijffer, hoogleraar accountancy, stelt in Het Financieele Dagblad van 30 maart dat van bestuurders mag worden verwacht dat zij een goede strategie voor handen moeten hebben om meer aandeelhouderswaarde te creëren.
Dat moge zo zijn, maar goed bestuur - zoals ook wordt voorgesteld in de herziene Code Corporate Governance - gaat verder dan dat. Een goed bestuurder heeft niet enkel oog voor de belangen van aandeelhouders, maar handelt in de eerste plaats in het belang van de langetermijndoelstellingen van de onderneming. Regelmatig staan die langetermijnbelangen diametraal tegenover het kortetermijndenken van veel aandeelhouders.
Investeringen in fundamenteel onderzoek, het versnellen van de inzet om te verduurzamen en het voeren van een menselijk en sociaal personeelsbeleid zijn van groot maatschappelijk belang, maar botsen vaak met het belang van de aandeelhouder die snel wil cashen. Bestuurders louter en alleen afrekenen op hun inzet voor het verhogen van de aandeelhouderswaarde is dan ook niet alleen strijdig met de herziene Code Corporate Governance, maar ondermijnt ook de verantwoordelijkheid die ondernemingen én de overheid hebben voor sociale en duurzame maatschappelijk doelen.
Binnen het huidige ondernemingsrecht zijn al veel mogelijkheden voor beursgenoteerde vennootschappen om bescherming tegen ongewenste overnames op te tuigen. Zorgwekkend is dat veel bedrijven die bescherming in het afgelopen decennium hebben afgebouwd, vaak onder druk van de kapitaalmarkten die meer waarde hechten aan de financiële dan aan de maatschappelijke output van een onderneming. Andere bedrijven - waaronder KPN - hebben via hun beschermingsstichting wel een overname weten af te wenden.
Dat KPN zichzelf heeft weten te redden is mooi en een compliment waard, maar geeft geen enkele garantie voor de toekomst of voor andere bedrijven. Daar waar bestuurders van beursgenoteerde bedrijven zich laten meeslepen in de meest rauwe variant van het kapitalisme dient een overheid op te staan om het algemeen belang te dienen. Werknemers, het klimaat, het behoud van cruciaal onderzoek en onze infrastructuur maken we niet volledig afhankelijk van de grillen van de internationale kapitaalmarkt.
Dat doen andere landen overigens ook niet. Nederland wil vaak het beste jongetje van de klas zijn. Het spoorwegnet is geliberaliseerd met als gevolg dat dochters van buitenlandse staatsbedrijven de 'markt' binnendringen. De energiesector is in Nederland sneller dan waar dan ook in Europa vermarkt. Voor investeringen in duurzaamheid moet de overheid - dezelfde overheid die de energiebedrijven onnodig naar de markt bracht - in overleg met buitenlandse publieke energiereuzen nu de publieke zeggenschap via provincies en gemeenten is verkwanseld. C2000, een cruciaal netwerk voor onze veiligheidsdiensten is afhankelijk van Chinese apparatuur, met alle veiligheidsrisico's van dien.
De nieuwe regering moet met voorstellen komen om de balans tussen aandeelhouders, bestuurders, werknemers én de samen leving te herstellen. De kortzichtige visie op kortetermijnrendementen van aandeelhouders heeft al veel schade veroorzaakt en zal nog veel meer schade veroorzaken als we nu niet ingrijpen. Daartoe dienen medewerkers meer zeggenschap te krijgen over de langetermijndoelstellingen van de onderneming. En de overheid moet afstappen van de laissez-fairepolitiek. Dat was hip en trendy in de jaren negentig, maar niet in deze tijd waarin burgers massaal de behoefte uitspreken voor een duurzaam en sociaal verdienmodel dat veel meer oog heeft voor de langetermijnbelangen van de héle samenleving.
Emile Roemer is voorzitter van de SP-fractie in de Tweede Kamer, Maarten Hijink is Tweede Kamerlid voor de SP en woordvoerder Economische Zaken. Dit artikel verscheen op 3 april 2017 in het Financieele Dagblad.