Aanpak fraudebestrijding uitzendbranche verdient steun

De SP steunt het instellen van een vergunningplicht voor uitzendbureaus. Sinds de vergunning in 1998 door het Paarse kabinet is afgeschaft, heeft de verloedering in de uitzendbranche om zich heen gegrepen. Uit onderzoek is gebleken dat 6600 uitzendvestigingen malafide zijn. Dat is meer dan tweederde van alle uitzendvestigingen.

Staatssecretaris van Hoof wil een aangepaste vergunningplicht weer invoeren om paal en perk te stellen aan de fraude in de uitzendbranche. Hij heeft, terecht, geen vertrouwen in de zelfregulering van de branche.

SP-Kamerlid Jan de Wit: “De opstelling van de minister is bijzonder. Nu hij wordt geconfronteerd met de zegeningen van de marktwerking, valt hij van zijn geloof. Dat moet ook wel, als je niet blind bent voor de feiten. Als tweederde van de bedrijven malafide is, kun je ze niet zelf voor politie laten spelen. Het is verbijsterend om te zien hoe de ideologie van vrije marktwerking de coalitie partijen en de PvdA blind maken voor de werkelijkheid.”


Lees hier de bijdrage van Jan de Wit aan het debat over dit onderwerp:

“De economische en sociale ordening wordt bedreigd”. Het zijn niet mijn woorden. Het is de tweede zin in de brief van de staatssecretaris, bijna een jaar gelden (23-4-2004 17050 nr. 261).

Uit het onderzoek “Over de Grens” blijkt dat er ongeveer 6.600 malafide uitzendvestigingen zijn tegenover ongeveer 3.000 bonafide. Meer dan tweederde deugt niet!

Het loslaten van het vergunningstelsel, dat tot 1998 gold, heeft geleid tot een verloedering in de arbeidsverhoudingen, die zijn weerga niet kent.

De overwegingen van toen waren die van het grenzeloze vertrouwen in marktwerking en zelfregulering. Vergunningen zouden de marktwerking verstoren, handhavingkosten zouden te hoog zijn, de administratieve lasten waren te hoog.

In nog geen zes jaar tijd is duidelijk waartoe het ophemelen van de marktwerking ons brengt: Een bedrijfstak waar meer dan tweederde van de vestigingen malafide is.

Terecht wordt er voorgesteld dat er paal en perk gesteld moet worden.

Maar ook moet de vraag gesteld worden wie gebruik maken van deze malafide bedrijven. Dat zijn werkgevers. Mijn vraag aan de minister is: Heeft u inzicht in welke werkgevers gebruik maken van malafide uitzendbureaus? En zo nee wilt u dat uit laten zoeken?

Verbijsterd ben ik door de gezamenlijke reactie van de werkgeversorganisaties VNO-NCW, MKB Nederland, LTO en de brancheverenigingen van uitzendbureaus. Ze wijzen de voorgestelde exploitatievergunning af en willen wel meedenken over alternatieven om fraude en illegaliteit tegen te gaan. Maar ze doen geen enkel concreet voorstel en doen alleen vage verwijzingen naar zelfregulering. Hiermee wekken zij de suggestie het probleem niet serieus te nemen en het roept bij mij de vraag op of VNO-NCW, LTO en MKB Nederland ook de werkgevers vertegenwoordigen die personeel van de malafide bedrijven inlenen. Het zou mij niet verbazen. Want een deel van de werkgevers heeft belang bij deze vorm van fraude.

Mijn eerste reactie op de verloedering die de commerciële arbeidsbemiddeling met zich meebrengt is: Stop met de uitzendbranche. Trek de stekker er uit. Heeft u overwogen om de uitzendformule te verbieden? Deze branche wordt overheerst door de malafide bedrijven. Het tast de arbeidsverhoudingen aan. Dat kankergezwel moet toch uitgesneden worden? Wilt u uitzoeken wat de juridische mogelijkheden zijn om de commerciële arbeidsbemiddeling te verbieden?

Nu werkgeversorganisaties te kennen geven dat ze verwachten dat de exploitatievergunning niet zal werken lijkt het me verstandig om in ieder geval terug te gaan naar de situatie van voor 1998. Vergunningen met een uitgebreide toetsing. Die toetsing moet niet alleen de belasting en premie afdracht betreffen, maar ook het sociale beleid zoals huisvesting van personeel, medische zorg, arbeidstijden en arbeidsomstandigheden. Wilt u deze aspecten opnemen in het nieuwe vergunningstelsel?

Een interessante suggestie van VNO-NCW en de andere organisaties wil ik overnemen. Zij pleiten voor aansprakelijkstelling van bestuurders van malafide ondernemingen en de mogelijkheid om schade op hun privé-vermogen te verhalen. Zij bedoelen de uitzendbedrijven. Ik zou het ook willen toepassen op de inlenende werkgevers. Wilt u nagaan of dat in het te maken wetsvoorstel opgenomen kan worden