nieuws

Regering Balkenende volgt Amerikaans buitenlandbeleid kritiekloos

Het buitenlandbeleid van de regering Balkenende II wordt gekenmerkt door een veel te grote volgzaamheid ten opzichte van de Amerikaanse politiek. Uitgangspunt is de Pax Americana: de vrede volgens Amerika. Dat is de stelling van Harry van Bommel tijdens de behandeling van de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken. “De Pax Americana is een vorm van permanente oorlogvoering die haat zaait en tot verscheurdheid leidt. Wie haat zaait, zal terrorisme oogsten. Is de regering werkelijk van mening dat de aanpak van zogenaamde schurkenstaten effectief is?”

De bijdrage van Harry van Bommel aan de eerste termijn van het debat:

Het afgelopen weekend kende twee historische momenten. Om te beginnen de aanhouding van dictator Saddam Hoessein. Een terugkeer van het Baath-regime lijkt hiermee nagenoeg onmogelijk, zeker ook gezien de overgave vandaag van El Douri, een andere gevreesde leider. Hun berechting in Irak kan een belangrijk middel zijn bij de verwerking van 35 jaar dictatuur. Is de Nederlandse regering desgevraagd bereid juridische ondersteuning aan Irak te leveren? En is de Nederlandse regering van plan de Nederlandse gifgashandelaar Van Anraat, die in de jaren ’80 verboden grondstoffen voor chemische wapens aan Irak leverde nu ook voor de rechter te brengen?

De succesvolle aanhouding van Saddam Hoessein kan niet verhullen dat de Nederlandse regering met haar steun aan het Amerikaanse beleid een verkeerde weg is ingeslagen. De Pax Americana, de militaristische, Amerikaanse buitenlandse politiek, is niet het juiste antwoord op terrorisme. Dat heeft twee jaar oorlog in Afghanistan wel bewezen. Ondanks het feit dat in die oorlog burgerslachtoffers, waaronder vorige week nog een groep kinderen, worden opgevat als bijkomende schade, staat Nederland al weer klaar om gevechtshelikopters te leveren. En ook in Irak is het perspectief voor de bevolking allerminst rooskleurig. De Pax Americana is een vorm van permanente oorlogvoering die haat zaait en tot verscheurdheid leidt. Wie haat zaait, zal terrorisme oogsten. Is de regering werkelijk van mening dat de aanpak van zogenaamde schurkenstaten effectief is? En rekent zij staten als Noord-Korea en Iran net als de Amerikaanse president Bush tot de ‘As van het Kwaad’ en zou ze ook een aanval op die landen politiek dan wel militair steunen?

Een tweede historisch moment beleefden we dit weekend dichter bij huis, namelijk in Brussel. Wat een feest had moeten worden, werd een ordinaire matpartij. De Nederlandse regering kreeg daarbij een flink pak slaag en de Europese Grondwet is voorlopig van de baan. Gelukkig. We zullen er later deze week op terugkomen. Onze bezwaren tegen die Grondwet zijn genoegzaam bekend. Centraal daarbij staat het dwingende neoliberale karakter van de EU, de militarisering en het gebrek aan democratie. Hoe graag ik ook een referendum had gewild; zo’n Grondwet liever helemaal niet. Dan is dat referendum ook niet nodig.

Dan enkele afzonderlijke kwesties in het Nederlands buitenlands beleid. Nederland heeft vóór een resolutie in de Algemene Vergadering van de VN gestemd waarin de bouw van de muur in de Palestijnse gebieden werd veroordeeld. Echter nu er juridische stappen uit volgen stemt Nederland tégen. Waar wordt die lafhartige houding door bepaald? De regering deelt toch wel de opvatting van de SP dat de bouw van die muur contraproductief is in het moeizame vredesproces? Graag ook een reactie op de uitspraken van El Baradei van het Internationaal Atoom en Energie Agentschap, die meent dat Israël haar arsenaal aan kernwapens op zou moeten geven.

Over Turkije. Met het oog op mogelijke onderhandelingen over toetreding van Turkije tot de EU wil mijn fractie de nadruk leggen op de Kopenhagencriteria, vooral het criterium van de rechtstaat. Hoe beoordeelt de regering in dat verband de positie van minderheden zoals Koerden, Armeniërs, Assyriërs en anderen in Turkije, mede in het licht van de massamoorden van 1915 tegen Armeniërs en Assyriërs? Vindt de regering het in dit licht wenselijk dat er in Turkije of in internationaal verband een wetenschappelijk onderzoek komt naar deze gebeurtenissen? Een onderzoek dat klaarheid moet geven over gebeurtenissen in de geschiedenis en een erkenning kan zijn voor de positie van minderheden in 2004. En hoe beoordeelt de regering de recente ontwikkelingen op Cyprus met betrekking tot de onderhandeling met Turkije?

Met betrekking tot Cuba maakt mijn partij zich grote zorgen over de schending van mensenrechten. De Cubaanse regering moet daar indringend op aangesproken worden. Van de andere kant heeft de decennialange, door Amerika geleide boycotpolitiek vooral de bevolking van Cuba tot de bedelstaf gebracht. Daarom bepleit mijn fractie de politiek van dialoog en normale handelsbetrekkingen met Cuba. Alleen zo kan worden voorkomen lot van de Cubaanse bevolking verder verslechtert.

In de goede bedoelingen van Nederland in het buitenland zal het voormalige Joegoslavië en Srebrenica in het bijzonder altijd een bijzondere plaats in blijven nemen. De SP maakt zich zorgen over de projecten die ten goede moeten komen aan de bevolking die zich ophoudt in de vluchtelingenkampen. Hoe staat het met de besteding van reeds toegezegde fondsen en reeds lopende projecten? Mijn fractie krijgt signalen dat er weinig vooruitgang wordt geboekt. Is de regering bereid de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking een onderzoek in te laten stellen naar de besteding van de tot nog toe beschikbaar gestelde fondsen en spoedig projecten in gang te zetten die werkgelegenheid genereren en tot een verbetering van de omstandigheden in de vluchtelingenkampen leiden?

De regering schrijft in één van de recente beleidsstukken dat het “vooral de armsten zijn die het meeste lijden onder onveiligheid, schending van mensenrechten en de sociale en economische gevolgen van destabilisering”. Dat is waar, en de eerste prioriteit moet een effectieve bestrijding van de armoede zijn. Langetermijnoplossingen komen voor deze groep namelijk te laat. Terecht worden daarom de millenniumdoelstellingen nagestreefd. Het wegnemen van obstakels om die te bereiken zoals aangegeven in het UNDP rapport over 2003 is van groot belang. Als we de internationale politiek rond privatisering en het openbreken van lokale markten niet wezenlijk veranderen, dan zullen armoede, conflicten en oorlog eerder toe dan afnemen. Deelt de regering de opvatting er spanning bestaat tussen de opgelegde vrijhandelspolitiek en het bereiken van de millenniumdoelen? En zo ja, wat gaat ze eraan doen om die spanning weg te nemen?

Met de groep van 220 verontruste ontwikkelingsdeskundigen maakt de SP-fractie zich grote zorgen over het kwaliteitsverlies binnen ontwikkelingssamenwerking ten gevolge van bureaucratisering, de vele beleidsaanpassingen en een beleid dat het lerend vermogen binnen de sector eerder ondermijnt dan bevordert. De SP-fractie is dan ook geïntrigeerd door de vraag welke beleidskeuzes ontwikkelingslanden zouden maken als zij een doorslaggevende stem zouden hebben in de besteding van de 3,75 miljard euro ontwikkelingsgeld per jaar? Als er in het kader van ontwikkelingssamenwerking werkelijk sprake zou zijn van ‘ownership’, dan zou het ons niet verbazen als het gros van de landen een hogere prioriteit zou geven aan kwijtschelding van schulden. Dan bedoel ik natuurlijk niet het aflossen van exportkredietschulden. Dat is in mijn ogen een beschamend cadeautje voor het Nederlands bedrijfsleven uit de pot van ontwikkelingssamenwerking.

De regering zoekt naar coherentie in het buitenlandbeleid. Tot dusverre blijkt dit een schaamlap voor groeperingen die niets met Ontwikkelingssamenwerking te maken hebben zoals defensie en het bedrijfsleven, die erin slagen te graaien in de fondsen van Ontwikkelingssamenwerking ten eigen bate. Vz, het Stabiliteitsfonds dreigt daarvan een voorbeeld te worden. Het stoelt op goede bedoelingen, maar laat Defensie volledig bijdragen aan stabiliteit in die landen, waar het aan operaties deelneemt en OS zich richten op het opbouwen van structurele ontwikkelingen. Die hartekreet heb ik eerder geuit, maar ik zal hem blijven herhalen.

Kan de minister de Kamer informeren welk deel van het budget voor OS daadwerkelijk in de landen van het Zuiden wordt besteed en welk deel in de vorm van apparaat- en overheadkosten in Nederland, Genève, Washington en New York blijft hangen? En hoe is die verhouding in personele zin? Bij de beoordeling van het beleid is het noodzakelijk daar zicht op te krijgen.

Mijn fractie heeft zoals bekend grote bezwaren tegen het feit dat een aanzienlijk deel van het Nederlandse multilaterale ontwikkelingsbudget gekanaliseerd wordt via de internationale financiële instellingen, waaronder het IMF en de Wereldbank in het bijzonder. Afgelopen zomer heb ik tijdens een werkbezoek aan Ghana kunnen constateren dat de Wereldbank op meerdere vlakken een buitengewoon kwalijke rol speelt. Ten aanzien van het waterbeleid zijn vriend en vijand het erover eens dat er dringend beleid gemaakt moet worden om de belangrijkste knelpunten binnen de stedelijke drinkwatervoorziening aan te pakken. Ik ben dan ook aangenaam verrast door het feit dat de Nederlandse ambassadeur die in Ghana de benodigde politieke kredietwaardigheid heeft om aan oplossingen te werken, daar van de minister groen licht voor heeft gekregen. Tegelijkertijd zou ik graag van de minister vernemen wat haar standpunt is met betrekking tot de conditionaliteitseisen die de Wereldbank en het IMF aan landen als Ghana stellen?

Bij de SP bestaat onvrede over het terugbrengen van de lijst hulplanden van 49 tot 36. Door het schrappen van bijvoorbeeld Guinee Bissau, India en Nepal geeft de regering politiek een slecht signaal af naar de regeringen van de betrokken landen. Ondanks het feit dat Nederland het aantal landen dat voor hulp in aanmerking komt verminderd heeft, blijft de lijst een willekeurige indruk maken. Het opnemen van landen in dit lijstje op grond van het feit dat Nederland binnen de Wereldbank voor hen spreekt, lijkt de SP-fractie bijvoorbeeld buitengewoon twijfelachtig. Dit brengt het risico met zich mee dat er tussen Nederland en de betreffende ontwikkelingslanden patroon-cliënt verhoudingen ontstaan die open en onbevangen vormen van communicatie belemmeren. Graag hoor ik van de minister hoe zij deze kwestie beoordeelt?

Dan over de stopzetting van het HIV-/Aidsprogramma in Ethiopië. Los van de vraag of dat programma de meest geëigende bijdrage vormt om Aids in Ethiopië te bestrijden, val ik over het feit dat de permanente beleidswijzigingen binnen het Nederlandse beleid, gepaard gaan met dramatische vormen van collateral damage. In het geval van het betreffende Aids-programma betekent het beëindigen daarvan dat enkele honderden arbeiders die in het kader van het programma toegang tot medische basisvoorzieningen hadden, daar binnenkort van verstoken blijven. Mede op grond daarvan dring ik er bij de minister op aan om de Kamer op korte termijn te informeren over een mogelijke follow-up van dit programma. Nieuwe inzichten kunnen altijd tot verbetering leiden, maar nieuw beleid is niet altijd beter beleid en mag evenmin gepaard gaan met vormen van kapitaalvernietiging waardoor de hulpontvangers van de regen in de drup belanden.

Tot slot, als de regering niet louter lippendienst aan armoedebestrijding wil bewijzen, moet zij nog meer richten op de millenniumdoelstellingen en concrete vooruitgang boeken. En als de regering geen krokodillentranen wil plengen over mensenrechten en vrede moet, zij afstand nemen van de Amerikaanse agressieve politiek en zich daadwerkelijk inzetten voor geweldloze ontwapening van kernwapens en conventionele bewapening.