Spanning 4/2017 • Groen en sociaal moet altijd samengaan

8 november 1980. Remi Poppe (midden) en anderen tonen weegbrieven van de AVR, aangetroffen in het kantoor van EML/unider. Ook bieden zij 3.000 handtekeningen aan bij de poort van het EMK-terrein.

De SP kent een rijk verleden als het gaat om milieuacties. Al sinds de oprichting in 1972 houdt de partij zich bezig met acties tegen grote vervuilende bedrijven en organiseert en mobiliseert zij werkers en omwonenden voor een schone leefomgeving. Spanning sprak met drie SP-activisten over hoe zij denken dat de strijd voor een beter milieu gevoerd moet worden.

Centrale figuur in de beginperiode en de decennia daarna is de inmiddels 79-jarige Vlaardinger Remi Poppe. Beter bekend als ‘de milieudetective van Nederland’. Een benaming waar hij zich beter in kan vinden dan milieuactivist, omdat hij een dergelijk persoon toch vooral ziet als een geitenwollensokkentype dat wel weet hoe de wereld verbeterd moet worden zonder de mensen om wie het gaat erbij te betrekken. Voor Poppe betekent milieuactivisme strijden tegen uitbuiting van de mens en zijn leefomgeving. En dat heeft hij het grootste deel van zijn leven samen met de werkers en omwonenden van vervuilende bedrijven gedaan. Eind jaren zestig was Poppe al actief in het Centraal Aktiecomité Rijnmond (CAR). Toen hij een paar jaar later lid werd van de SP, ging het CAR in het Milieu Aktiecentrum Nederland (MAN). Vanaf 1989 vormde hij samen met ingenieur Wiel Senden het SP-MilieuAlarmteam. In 1994 kwam Remi Poppe samen met Jan Marijnissen voor de SP in de Tweede Kamer, waar hij volgens eigen zeggen hetzelfde deed als daarvoor, maar dan met meer middelen en meer gezag.

Over de werkwijze van Remi Poppe schreef Karel Glastra van Loon in 1993 het fascinerende boek De Poppe-methode, dat volgens Poppe zelf eigenlijk de SP-methode zou moeten heten. Een citaat uit de inleiding van het boek beschrijft treffend hoe Poppe de grote vervuilers ontmaskerde:

‘Waar de grote milieuorganisaties steeds logger en bureaucratischer worden, steeds meer werken van achter het bureau, daar onderzoekt Remi Poppe nog altijd de dagelijkse praktijk, waarbij hij te werk gaat als een privé-detective. Hij bezoekt de plaats van het delict, praat met alle mogelijke getuigen en betrokkenen, volgt het spoor van verdachte personen. Hij speurt naar documenten, stelt lastige vragen aan autoriteiten, belt met iedereen die mogelijkerwijs verstand van zaken zou kunnen hebben. En tenslotte, als hij het lek boven water heeft gekregen, zoekt hij de publiciteit. Omdat hij weet dat dat meestal het enige middel is om ervoor te zorgen dat zijn ontdekkingen ook gevolgen zullen hebben voor de betrokkenen – for better or for worse.’

AFVAL ‘VERWERKEN’ DOOR TE LOZEN

Dankzij de inspanningen van Poppe en de SP kwam er in de jaren tachtig meer aandacht voor het Nederlandse afvalprobleem. Verschillende grote milieuschandalen bij afvalbedrijven haalden de publiciteit, waardoor in sommige gevallen de betrokken directeuren veroordeeld werden. Daarnaast speelden Poppe en de SP een belangrijke rol bij de totstandkoming van het algehele verbod op asbest in 1993.

Een zaak die Poppe erg is bijgebleven, is die van EMK in Krimpen aan de IJssel. De in 1970 opgerichte Exploitatie Maatschappij Krimpen (EMK) die een paar jaar later fuseerde met Uniser uit Moerdijk, was een bedrijf dat afvalolie en ander chemisch afval van de grote industrieën ‘verwerkte’, door het te lozen in het water of te storten in de grond. Dankzij een tip van een medewerker van EMK over een oud-collega die was overleden als gevolg van de giftige stoffen waarmee hij gewerkt had, werd de zaak aan het rollen gebracht. Poppe besloot op onderzoek uit te gaan door langs te gaan bij het bedrijf en te praten met de mensen op de werkvloer en de omwonenden. Gaandeweg kwam hij er achter hoe groot het milieuschandaal was. Vervolgens zocht hij de publiciteit, wat leidde tot een grootschalig onderzoek en uiteindelijk tot de veroordeling van de drie directeuren. De grote bedrijven als Hoogovens, Shell en Philips-Duphar die de verwerking van hun chemische afval hadden overgelaten aan EMK en de overheidsinstanties die een oogje hadden dichtgeknepen, bleven echter buiten schot. De kosten voor de vervuiling die destijds werden geschat op honderden miljoenen euro’s, werden verhaald op de gemeenschap. Dat gebeurt nog steeds. Poppe geeft als verklaring dat de grote industrieën de afvalverwerking uitbesteden aan kleinere bedrijven die geen geld hebben voor de sanering, waardoor de gemeenschap opdraait voor de kosten van milieuvervuiling. Als Kamerlid heeft hij verschillende keren moties ingediend om degene die het afval produceert van begin tot eind verantwoordelijk te stellen voor de verwerking ervan, maar in de Paarse jaren van deregulering en vermarkting kregen deze helaas geen meerderheid. Wel vindt hij dat de verwerking van afval in Nederland verbeterd is ten opzichte van de jaren tachtig, dankzij acties van de SP in en buiten de Kamer.

ETERNIT LAPT REGELS AAN ZIJN LAARS

Naast EMK heeft de strijd tegen asbestcementfabriek Eternit in het Overijsselse dorp Goor op Poppe veel indruk gemaakt. Poppe kwam eind jaren tachtig in contact met drie weduwen van wie de man was overleden aan de gevolgen van blootstelling aan asbestvezels. Jarenlang hadden hun echtgenoten zonder bescherming met asbest gewerkt en dat was hen uiteindelijk fataal geworden. Met hulp van de SP-advocaten Jan de Wit en Bob Ruers spanden zij een zaak aan tegen Eternit, die uiteindelijk werd geschikt. Hoewel de asbestwetgeving in 1988 was aangescherpt, geloofde Poppe niet dat Eternit zich aan de voorschriften hield dankzij alle informatie die hij via zijn contacten binnen het bedrijf had verkregen. Toen Poppe in augustus 1989 een bezoek bracht aan de fabriek, bleken de zakken met asbest open en bloot op de vloeren te liggen en liepen de werknemers zonder enige bescherming rond. Hij beet zich vervolgens vast in de zaak, zocht de publiciteit en bleef net zo lang aandringen bij de arbeidsinspectie totdat ook zij vaststelde dat overal asbest lag. Toch duurde het nog tot 1993 voordat uiteindelijk een asbestverbod tot stand kwam.

Daarmee was het asbestdrama nog lang niet ten einde, want vele werknemers die langdurig aan asbest waren blootgesteld werden ziek en stierven. Ook werden de gevaren van asbest in bijvoorbeeld sociale huurwoningen onvoldoende door de overheid onderkend. De SP bleef in en buiten de Kamer strijden voor financiële compensatie voor asbestslachtoffers.

2002. Krista van Velzen (rechts) overhandigt een asbestrapport aan burgemeester Bijleveld van Hof van Twente

VAN CHLOORTREIN TOT ASBEST

In 2002 werd Remi Poppe als milieuwoordvoerder voor de SP in de Tweede Kamer opgevolgd door Krista van Velzen. Voordat zij actief werd voor de SP, was zij betrokken bij de anti-kernwapen- en anti-kernenergiebeweging. Zo organiseerde zij in 1995 mede een actievoettocht van Brussel naar Moskou tegen kernenergie en kernwapens en probeerde zij in 1998 met twee vrienden het communicatiesysteem van een levensgevaarlijke kernonderzeeër in de Schotse wateren uit te schakelen. Na enkele jaren als fractiemedewerkster te hebben gewerkt, werd zij in 2002 Kamerlid voor de SP. Zij voerde het woord over onder andere defensie, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu. Als Kamerlid was zij betrokken bij diverse acties tegen het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. Zo leidde de actie ‘Rood sein voor de chloortrein’ tot het stopzetten van de chloortransporten door Nederland. Een soortgelijke actie werd gevoerd tegen het vervoer van ammoniak over het spoor. Eveneens met succes. Ook zette zij de strijd tegen asbest voort. Van Velzen: ‘Wij kregen heel veel meldingen binnen van mensen die problemen hadden met asbest. Op een groot aantal plekken bleek asbest gewoon weggemoffeld in het landschap of in de daken van huizen. Wij hebben toen gepleit voor subsidieregelingen om ervoor te zorgen dat de verwijdering van asbest door een professioneel bedrijf zou worden gedaan. Dat is op een bepaald moment ook gelukt.’

Van Velzen is ervan overtuigd dat als je samen optrekt met de mensen om wie het gaat, je een betere leefomgeving kunt afdwingen. Als voorbeeld geeft zij de strijd tegen de gaswinning in Groningen, waar tot een paar jaar geleden nauwelijks aandacht voor was, maar nu wel dankzij aanhoudende acties van de SP met de bewoners. Wel is zij kritisch op de SP als het gaat om duurzaam voedsel of duurzame energie. ‘Aan daadwerkelijk duurzame landbouw of veeteelt hangt namelijk een prijskaartje en daar moet je eerlijk over zijn’, aldus Van Velzen. Zij begrijpt dat het lastig is voor een partij die onder andere opkomt voor mensen met een laag inkomen om te verkondigen dat de voedsel- en energieprijzen omhoog moeten. Maar dat is naar haar mening wel wat er moet gebeuren als je wilt voorkomen dat de kosten van ons te goedkope vlees en onze te goedkope stroom worden afgewenteld op het milieu.

Fenna Feenstra voert actie tegen gaswinning in Friesland

MIENSKIPSENERGIE

Op lokaal en provinciaal niveau is de SP nadrukkelijk bezig met de overgang naar duurzame energie. Een mooi voorbeeld is Friesland, waar Fenna Feenstra, fractievoorzitter van de SP in de Provinciale Staten, een van de voortrekkers is. Onder de leus ‘Laat Friesland niet zakken’ voert zij samen met bewoners en SP-afdelingen op verschillende plekken in Friesland actie tegen gaswinning. Feenstra stelt dat het niet alleen van belang is om kritiek en tegenmacht te organiseren, maar ook om gezamenlijk te werken aan een alternatief. Het alternatief in Friesland voor fossiele energie is mienskipsenergie (gemeenschapsenergie). Feenstra: ‘Dat is energie die duurzaam is opgewekt door dorpen of wijken. De winst die zij maken vloeit terug naar de gemeenschap, die democratisch beslist hoe de winst verdeeld wordt. Inmiddels zijn er al 134 dorpen in Friesland die zich in coöperaties verenigd hebben op het gebied van energie en voedsel.’

De SP heeft er veel aan gedaan om mienskipsenergie te promoten. Dat heeft ertoe geleid dat overheden in Friesland zowel lokaal als provinciaal voor eigen gebruik mienskipsenergie afnemen. ‘In Friesland beginnen we de revolutie’, zo klinkt het strijdvaardig uit de mond van Feenstra.